ONTMOETING IN DROOM MET OVERLEDEN
JONGERE BROER
De droom vond plaats op het erf van mijn ouderlijk huis, mijn
thuis. Het was in de ochtend. Het was een donkere nietszeggende dag. Ik heb
geen indrukken van wind, regen of zon. Het was nog een beetje schemerdonker van
de zonsopgang.
Ik stond achter het huis net voorbij het platje dat naar de tuin leidt.
Ik was uit de tuindeuren het erf opgegaan. Ik wilde verder de tuin inlopen in
de richting van de schommel.
Ik kon niet verder de tuin inlopen. Het was alsof ik met het huis verbonden was. Verder de tuin
in leek wel een andere wereld. Daar zag ik mijn jongere broer staan, die een
aantal jaren geleden overleden is.
Hij stond 30 meter bij mij vandaan Hij was groot en zelfverzekerd. Hij
had zwarte donkere kleren aan, had donker haar en droeg een korte zwarte broek.
Ik kon zijn gezicht moeilijk zien vanwege een soort schaduw. Ik had
niet de indruk dat hij mij herkende. Hij had een ernstige serieuze uitstraling.
Mijn broer stond voor een brede lage hut met in het midden een lage
opening. Het leek op een soort grot. Die
grot stond op een plek waar we wel eens een kampvuur stookten.
Op ongeveer drie á vier meter rechts(voor mij links) naast mijn broer
stond mijn vader. Mijn broer praatte met zijn vader. Verder op de achtergrond in het water van de
vaart lag het scheepje dat ik met mijn broers had.
Ik kon mijn broer niet spreken, aankijken of wat dan ook. Hij wandelde
links en rechts van die grot, bleef er in de buurt van en ging er nooit ver
vandaan. Die grot hoorde bij hem.
Betekenis
Deze droom heeft twee dimensies.
Het betekent op het gebied van de persoonlijkheidsontwikkeling van de dromer en
het laat iets zien van over de grens van het eeuwige leven van het geestelijke.
De symboliek in deze droom komt sterk overeen met die welke we kennen
uit de mythologieën en de Heilige Boeken van de diverse Godsdiensten.
De droom begint in het schemerdonker en de zon is aan het opkomen.
Duisternis is altijd een symbool geweest van de dood in de letterlijke
en figuurlijke betekenis, van de stagnatie van de persoonlijkheidsontwikkeling
en de Levensenergie. In de mythologie
heet die stagnatie dat de Machten der Duisternis het Leven proberen tegen te
houden.
(Ik veronderstel hier dat u op de hoogte bent van de treffende overeenkomsten
tussen mythologische verhalen en de dromen van de moderne mens. In eerdere
publicaties heb ik daar uitvoerig bij stil gestaan en verwezen naar de werken van wereldberoemde
psycholoog Carl G. Jung.)
Als in mythologieën het symbool van het Kwaad (monsters van allerlei
soort en afmetingen) verslagen werd door de held dan steeg de zon op.
De opkomende Zon is het symbool
van de toenemende Levenskracht (Libido) en geeft de Wereld een ander
aanschijn. De stagnatie van de
levenskracht is voorbij, het leven gaat weer vooruit en je hebt er weer zin in,
je ziet het weer zitten en komt weer naar buiten.
Inderdaad komt de dromer hier het (ouderlijk) huis/thuis uit lopen
waarbij het huis mogelijk gezien moet worden als de plaats waar hij zich een
tijdje stil gehouden heeft. Het ouderlijke huis is plaats van regressie
(terugkeer naar de bron van de Levensenergie) en introversie
(naarbinnengekeerdheid) om daar de nieuwe mogelijkheden van zijn
persoonlijkheid te bebroeden. Gezien de opkomende zon is dat gelukt.
Verder dan de schommel kan de dromer niet komen. Hij is op een of andere manier verbonden met
het huis. Het huis is ook het symbool van het lichaam waar de ziel of geest in
woont. Voorbij de schommel begint een andere wereld. Daar ziet hij zijn
overleden jongere broer die in die andere wereld is.
De schommel lijkt mij hier het symbool van het heen en weer bewegen
tussen twee werelden: de stoffelijke en de geestelijke. Mogelijk ook het
evenwichtspunt hier tussen. De mens als
geestelijk en lichamelijk wezen en het is de kunst tussen die twee
tegengestelde het midden te bewaren.
Bekend uit de mythologieën zijn verhalen van avonturiers die te ver in die andere
geestelijke wereld van ideeën en idealen doordrongen en niet meer terug
konden. Bekend uit de Griekse mythologie
is het verhaal van Peirithoos, die aan de rots vastgroeide toen hij de grens
naar de andere wereld overschreed.
In onze tijd is het te ver in de geestelijke wereld doordringen en niet
terug kunnen een andere omschrijving voor psychose of ideologische verdwazing.
Volg de leider/de ideologie naar de afgrond. De boodschap is dat je naast je
principes en idealen ook een beetje praktisch moet blijven. Dus niet te ver!
Die andere wereld is ook de wereld waarvan we ons niet bewust zijn. Het
Onbewuste. Alles waarvan we ons niet bewust zijn.
Het tussengebied tussen het
Bewuste en het Onbewuste wordt de schaduw genoemd en wordt gepersonifieerd
iemand van hetzelfde geslacht. Door een broer. Deze broer had inderdaad iets
schaduwachtigs over zijn gezicht en was in het zwart gekleed. De Schaduw bevat
de afdankertjes van de bewuste persoonlijkheid. Onze ondeugden en slechte
eigenschappen die we moeten afleren en vergeten. Maar diezelfde Schaduw bevat
ook de inhouden uit het Onbewuste die bewust willen worden. Creatieve invallen
en nieuwe aanpassingen aan veranderende omstandigheden.
Deze broer heeft iets superieurs over zich dat helemaal niet doet
denken aan ondeugden en slechte eigenschappen, terwijl de Schaduw daar ook het
archetypische symbool van is.
De droom toont hem het paradoxale archetype van de Schaduw in het beeld
van zijn broer. Een archetype is een
soort instinct of aanleg, een gedragspatroon. De droom laat hiermee zien dat dat
gedeelte van zijn persoonlijkheid ook mee moet doen. Bij mensen waarbij de
Schaduw niet mee doet zie je een overdaad aan moraal en goede bedoelingen en
dat leidt juist tot het tegenovergestelde. Dit zien we bij verstarde en
versteende persoonlijkheden, omdat ze
zichzelf afgesneden hebben van hun onbewuste bronnen.
In die zogenaamde inferieure en slechte eigenschappen en hebbelijkheden
zit een enorme hoeveelheid Levenskracht die ook mee moet doen in het spel van
de persoonlijkheid.
(Als die minderwaardige kant onderdrukt wordt door alleen de goede
kanten van de persoonlijkheid te koesteren gaat er een enorme hoeveelheid
levenskracht verloren. En uiteindelijk zal die zogenaamde underdog van de
persoonlijkheid het toch winnen en valt de persoon van zijn voetstuk. Iets wat
je in de politiek bij zogenaamde onkreukbare persoonlijkheden vaak zie
gebeuren.)
Zijn broer stond daar als donkere schaduwpersoon voor een grot op een
plek waar altijd het kampvuurtje gestookt werd.
De grot als toegang tot de onderwereld/andere wereld als symbool van
het echte onbewuste. Op de plek waar altijd een vuur werd gebrand.
De grot is volgens vele mythologieën een geboortesymbool. Talloze
mythologische helden zoals Mythras, inclusief Christus, zijn in een grot
geboren. De pasgeboren held als de verpersoonlijking van een nieuwgeboren
bewustzijn.
Het vuur dat op die plek altijd gestookt werd is een duidelijk
geestelijk symbool. Het oude wordt verbrand en het nieuwe rijst op uit de as.
De symboliek van de vogel Feniks drukt dat uit. Hiermee wordt uitgedrukt dat
die andere wereld een geestelijke wereld is vol met ideeën en mogelijkheden
waarmee gecommuniceerd moet worden om het bewustzijn te vernieuwen en de
persoonlijkheid te verrijken.
Het geestelijke karakter van die andere wereld wordt ook nog een
benadrukt door de vader die naast de broer stond. Vader als symbool van het
geestelijke in ons.
De dromer heeft geen contact met zijn broer (Schaduw). De boodschap is dat te maken zodat er ook via
hem contact komt met het nog onbewustere gebied van zijn persoonlijkheid dat door de vader gepersonifieerd
wordt.
Op de achtergrond echter speelt een oer moederlijk symbool. Een
scheepje in het water: de onbewuste matriarchale achtergrond van het totale
bewustzijn en de persoonlijkheid. Dit is
een gevaarlijk symbool omdat het naar de totale onbewustheid kan voeren in
allerlei vormen van psychose, ofwel de geestelijke dood. (Een vorm van psychose die heden ten dage bij
veel intelligente mensen gezien wordt is de ideologische verdwazing.)
Wat is nou de zin van deze
droom?
De dromer bevindt zich in het normale leven op een scharnierpunt van de
overgang naar een andere levensfase. Hij heeft een bepaalde leeftijd bereikt en
staat op het punt af te studeren. Het leven wordt serieuzer. Die nieuwe fase
wordt vanuit het Onbewuste voorbereid en de
droom laat hem in het archetype van de
Schaduw zien wat zijn verdere mogelijkheden en gevaren zijn.
De tweede dimensie gaat over een
uittreding uit het lichaam. De dromer verlaat het huis: De ziel of de geest
verlaat het zielehuis en probeert in contact te komen met de ziel (het Leven)
van de overleden broer. Dit lukt niet want hij zit op een of andere manier vast
aan het huis. De klassieke definitie van doodgaan is als de ziel het lichaam
verlaat. Dat gebeurt hier dus niet, want als je naar de eeuwigheid wilt gaan moet
je eerst overlijden.
Dit aspect van de droom doet me erg denken aan het onlangs verschenen
boek van de cardioloog dr. Pim van Lommel met de titel: Eindeloos Bewustzijn. Zijn waarneming is dat niet aan alles in dit leven een einde
komt en dat het Bewustzijn op een af
andere manier doorgaat.
Hij heeft tal van Bijna Dood Ervaringen uit de mond van zijn patiënten
opgetekend en het kenmerkende was dat die mensen met een soort geestelijke
draad aan hun lichaam vastzaten. Als die draad zou breken zou dat onherroepelijk
sterven betekenen. Voor zo’n Bijna Dood Ervaring is het niet persé
nodig dat je bijna dood gaat. In diepe dromen en meditaties kan hetzelfde
ervaren worden.
Deze droom zit vol met
wedergeboorte symbolen, zoals de grot, maar ook het scheepje waarmee de ziel
(broer) is teruggevaren naar zijn geboorte-
en sterfplek. NB in de dromen van de overleden broer voer hij weg met
dat scheepje in de richting van de ondergaande zon.
Maar ook de broer moet bij die grot blijven, gebonden aan het
schaduwrijk en kan (nog) niet terugkeren in het Rijk van de Levenden.
Deze tweede dimensie raakt het religieuze en lijkt een bevestiging dat
zijn broer goed aangekomen is in de Hemel en daar een zekere vrijheid geniet om
af en toe op aarde te komen om de mensen te helpen door als middelaar voor hen
een voorspraak te zijn bij Hogere Machten. Zoals dat heiligen betaamt.
Het Goddelijke of Halfgoddelijke is af te leiden uit het feit dat de
dromer zijn broer niet kon spreken af aankijken of wat dan ook. (Vergelijk
Moses die niet aangekeken kon worden vanwege een bepaalde straling in zijn
gezicht. Mogelijk hangt hier ook het verbod in de Islamitische wereld mee samen
dat van de profeet geen beelden of portretten gemaakt mogen worden.)
Het wandelen bij de grot doet ook denken aan het rotsgraf waar Christus
volgens de overlevering uit opgestaan is.
Deze religieuze uitleg leidt mogelijk te ver. Ik wil hier geen
geloofsartikelen verkondigen, maar er zijn wel sterke overeenkomsten. In ieder geval een droomervaring die de
persoonlijkheid van de dromer zal verrijken en doen beseffen dat uiteindelijk
alles betrekkelijk is. Een besef dat het beste middel tegen eenzijdigheid en
verstarring is.
Dromen zijn bovendien programma’s voor de toekomst. Deze droom laat
zien dat er een nieuw programma uit het onbewuste aan het omhoog komen is.
Gefeliciteerd met zo’n droom